games

Sociale media en mediawijsheid

Kevin Van Eenoo |

socialemediawijsheid

Kinderen en jongeren groeien op in een wereld waar ICT alomtegenwoordig is. Heel wat leerkrachten zijn niet opgegroeid met die nieuwe media, maar worden er toch dagelijks mee geconfronteerd. Dat was ook de vaststelling van een school in Essen die me uitnodigde naar een pedagogische studiedag om iets meer te vertellen over het gebruik van sociale media in school- en klasverband. Zowel de voordelen als de gevaren waren onvoldoende gekend bij de peroneelsleden.

Het gebruik van sociale media wou ik niet als losstaand onderwerp behandelen, maar als een onderdeel van mediawijsheid. We kunnen mediawijsheid definiëren als het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes waarmee burgers zich bewust en kritisch kunnen bewegen in een complexe, steeds veranderende en gemediatiseerde wereld. Het is ook het vermogen tot actief en creatief mediagebruik dat gericht is op maatschappelijke participatie (conceptnota mediawijsheid, Smet en Lieten, 2012).

 

Update 23 januari 2013: ik gaf deze presentatie een tweede keer in een school in Wuustwezel. Daar ging ik nog iets dieper in op het risico 'cyberpesten'. Dit op vraag van de directie. Hieronder de aangepaste presentatie. De oude versie is nog steeds hier te vinden.

De presentatie werd gemaakt met Prezi:

Geen correcte weergave? Bekijk bovenstaande presentatie dan via de Prezi website: klik hier.

Jongeren kunnen niet meer zonder internet

Kevin Van Eenoo |

Driekwart van de jongeren zou niet meer kunnen leven zonder internet, dat is de conclusie van een ondervraging van het Gentse bedrijf Trendwolves. Zij ondervroegen meer dan 26000 jongeren in Europa naar hun online gedrag.

Het resultaat werd gisteren op de De Standaard Online geplaatst.

Geen wereldschokkend nieuws, al lijkt de bedenking van De Standaard lezeres Kirsten Boddaerd mij wel terecht:

Jongeren kunnen wel zonder Internet zoals een normale volwassene zonder internet kan. Alleen gaat men dat natuurlijk niet zeggen als de mogelijkheid nog bestaat. Als ik iedereen vraag 'Kunt u zonder Internet?' dan zegt iedereen: 'Nee'.
Verhuis eens en ga naar een appartement zonder connectie (want telenet nog niet gebeld): ziedaar, het ongelooflijke mirakel voltrekt zich. U kunt zonder Internet. Wat die jongeren dus willen zeggen is: 'ik wil niet zonder Internet'. Er is een groot verschil tussen wat De Standaard kopt en de realiteit zeg maar. Tenzij natuurlijk dat al die jongeren verslaafd zijn en ontwenningsverschijnselen vertonen bij het missen van Internet...

De meeste jongeren zullen uiteraard geen ontwenningsverschijnselen vertonen bij het ontbreken van het internet, al zullen fervente internetgebruikers toch uitkijken naar de periode waarin ze wel weer online kunnen gaan. Het is een situatie die sowieso door de huidige maatschappij in de hand wordt gewerkt. Wie bijvoorbeeld terugkomt van een internetloze vakantie, zal na die periode waarschijnlijk heel wat e-mails terugvinden in het Postvak IN. Zeker wanneer e-mail deel uitmaakt van de activiteiten die de persoon beroepshalve uitvoert.

Ook het onderwijs stimuleert die digitale evolutie door gebruik te maken van ELO's (elektronische leeromgevingen zoals Smartschool, Dokeos, EloV, ...) die leerlingen en studenten liefst dagelijks controleren. Toch kunnen we dit niet vergelijken met de lokroep van de sociale netwerken. Voor heel wat mensen is het internet op dit moment gelijk aan Facebook, Netlog, ... Leerkrachten zullen dit probleem waarschijnlijk herkennen, want het is een hele opgave om leerlingen met het internet te laten werken, zonder dat er een sociaal netwerk opduikt op het scherm. Sommige leerkrachten vinden dit een echte pest, anderen proberen dergelijke sociale netwerken in positieve zin aan te wenden. Al heeft die laatste groep nog niet zo heel veel succes.